Wetgeving ladders en trappen en rolsteigers
Veiligheid van arbeidsmiddelen is geregeld in de arbeidsomstandighedenwetgeving. De werkgever is volgens de Arbowet verplicht om “veilige arbeidsmiddelen” beschikbaar te stellen aan de werknemer. In de Arbowet staat echter niet vermeld wat de wetgever nu onder een “veilige” machine verstaat. Het Arbobesluit, een uitwerking van de Arbowet, biedt hier een verdere uitleg.
Het Arbobesluit artikel 7.4 “Deugdelijkheid arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen” beschrijft dat een arbeidsmiddel zodanig is geplaatst of ingericht dat het gevaar van verschuiven, omvallen, kantelen, oververhitting, brand, ontploffen, blikseminslag en directe of indirecte aanraking met elektriciteit zoveel mogelijk is voorkomen.
Dit is lastig te interpreteren. Vooral omdat beschreven wordt dat het gevaar voor verschuiven, omvallen en kantelen zoveel moet worden voorkomen…. Juist dit is een van de grote gevaren van het gebruik van ladders, trappen en rolsteigers.
De Arbobeleidsregels beschreven op welke wijze de Arbeidsinspectie de geldende wetgeving interpreteerde en dus ook handhaafde. Dit worden ook wel minimale beschermingsniveaus genoemd. Een werkgever mag dus ook een andere vergelijkbare norm, bijvoorbeeld een Duitse of Amerikaanse norm hanteren. Uitgangspunt is dat minimaal een gelijk veiligheidsniveau wordt bereikt.
Beleidsregel 7.4-4 sprak over “Ladders die gebruikt worden als toegangsmiddel of als arbeidsmiddel dienen tenminste te voldoen aan het Besluit draagbaar klimmaterieel (Warenwet)”. Ladders welke gebruikt worden door particulieren dienen eveneens te voldoen aan het Warenwetbesluit draagbaar klimmaterieel.
Dagelijks vinden er ongevallen met ladders en trappen plaats. Niet alleen op de bouwplaats, maar ook het gewone huis-, tuin- en keukengebruik is bron van vele ongevallen. De manier van werken en ondeskundig gebruik zijn vaker de oorzaak dan het klimmaterieel zelf. Gebrek aan kennis over de eigenschappen van het klimmaterieel en de onbekendheid met de juiste werkmethoden zijn meestal de oorzaak van ongevallen.
Ligt de oorzaak van het ongeval bij het klimmaterieel zelf, dan is er sprake van ondeugdelijk materieel. Ter voorkoming van ongevallen zijn voor ladders en trappen regels opgesteld.
Warenwet besluit draagbaar klimmaterieel
In de Warenwet zijn eisen vastgelegd waar producten welke door particulieren en bedrijven worden gebruikt aan dienen te voldoen. Arbeidsmiddelen welke hier niet aan voldoen zijn verboden en mogen al helemaal niet verhandeld worden. Dit is zelfs een strafbaar economisch delict. In de Warenwet wordt genoemd dat ladders en trappen dienen te voldoen aan het Besluit draagbaar klimmaterieel. Hierin worden concrete eisen gesteld aan het ontwerp van trappen en ladders.
De keurmeester kan materieel tegenkomen van voor de invoering van het besluit in 1986. Dit draagbare klimmaterieel mag niet worden goedgekeurd. Als een fabrikant aan de eisen van het besluit draagbaar klimmaterieel wil voldoen dient hij een typekeuring te laten uitvoeren door een deskundig instituut als bijvoorbeeld TNO. Men gaat ervan uit dat de andere geproduceerde ladders van hetzelfde type van dezelfde kwaliteit zijn. De fabrikant binnen de Europese unie is hier verantwoordelijk voor. In het geval klimmaterieel van buiten de Europese unie wordt geïmporteerd ligt de verantwoordelijkheid bij de importeur.
Arbowet / Arbobesluit over ladders trappen en rolsteigers
Ladders, trappen en rolsteigers welke door werkgevers beschikbaar worden gesteld aan werknemers dienen te voldoen aan de arbeidsomstandighedenwetgeving, kortweg Arbowet genoemd. De Arbowet is gedetailleerd uitgewerkt in de vorm van het Arbobesluit. Voor klimmaterieel is dit nogal vaag, daarom werd er verdere uitleg gegeven in de zogenaamde Arbobeleidsregels. In deze Arbobeleidsregels werd verwezen naar de Warenwet.
De letterlijke tekst van het Arbobesluit en de bijbehorende beleidsregels is als volgt:
Artikel 7.4 Deugdelijkheid van arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen
1 Een arbeidsmiddel bestaat uit deugdelijk materiaal.
2 Een arbeidsmiddel is van een deugdelijke constructie.
3 Een arbeidsmiddel is zodanig geplaatst of ingericht, dat het gevaar van verschuiven, omvallen, kantelen, oververhitting, brand, ontploffen, blikseminslag en directe of indirecte aanraking met elektriciteit zoveel mogelijk is voorkomen.
4 Artikel 3.17 is van overeenkomstige toepassing.
De Europese norm EN 131
In Europees verband zijn de eisen ten aanzien van ladders en trappen vastgelegd in de vorm van de EN 131. Deze biedt echter een onvoldoende beschermingsniveau. De eisen van het besluit draagbaar klimmaterieel zijn zwaarder.
De Nederlandse norm NEN 2484
In de Arbobeleidsregels was tot 1 januari 2007 vermeld dat draagbaar klimmaterieel tenminste dient te voldoen aan de NEN 2484. De NEN 2484 is samengesteld op basis van het Besluit draagbaar klimmaterieel, de EN 131 en is aangevuld met specifieke eisen welke nodig zijn voor inzet van klimmaterieel voor zakelijk gebruik. In de NEN 2484 zijn met name sterkte eisen opgenomen waar draagbaar klimmaterieel aan dient te voldoen en is als zodanig voornamelijk interessant voor de ontwerper en/of fabrikant van ladders en trappen.
Ook al is deze norm niet meer verplicht, de Arbeidsinspectie zal echter altijd een afweging maken of een veiliger alternatief mogelijk was in een specifieke situatie. Zeker in de bouw of installatietechniek prevaleren ladders welke voldoen aan NEN 2484.
De norm NEN EN 1004
In de NEN EN 1004 zijn de eisen vastgelegd waaraan rolsteigers dienen te voldoen. Het betreft hier vooral een norm welke noodzakelijk is voor de fabrikant(en).
Voor inhoudelijke vragen omtrent de inspectie aan ladders en rolsteigers kunt u altijd vrijblijvend contact opnemen. Wij geven u graag advies, indien gewenst bieden wij u vrijblijvend een persoonlijke offerte op maat.